Sayyidoena Hazrat Aboe Bakr as Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ
Sayyidoena Aboe Bakr Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ, zijn naam is Abdoellah, zijn bijnamen zijn Siddique (zeer waarheidsgetrouw, eerlijk, oprecht) en Ateeq (bevrijdde).
Zijn vader was Aboe Qoehafa en zijn moeder heette Oem-moel-Khair Salma. De stamboom van Hazrat Aboe Bakr Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ voegt zich zeven generaties eerder met de stamboom van de Boodschapper van Allah ﷺ. In leeftijd was Hazrat Aboe Bakr Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ ongeveer twee jaar jonger dan de Geliefde Profeet ﷺ. Hij was de eerste die onder de mannen de Islam had geaccepteerd.
Hazrat Aboe bakr Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ was in de tijd van onwetendheid (djahiliyyah) ook een respectabele man en voor het accepteren van de Islam had hij ook nooit wijn (alcohol) gedronken en beelden aanbeden.
Toen hij رضی اللہ تعالٰی عنہ vier jaar oud was, had zijn vader hem meegenomen naar het beeldenhuis (boetkhana) en tegen hem gezegd: ‘Dit is jouw verheven en oppermachtige god, buig voor hem!’ Hazrat Aboe Bakr ging voor het beeld staan en zei: ‘Ik heb honger, geef mij eten; Ik ben zonder kleding, geef mij kleding; Ik gooi een steen op jou, als je god bent, dan moet je jezelf beschermen!’ Er kwamen geen antwoorden uit het beeld. Vervolgens pakte Hazrat Aboe Bakr as Siddique een steen en gooide het op het beeld, waardoor het beeld omviel. Zijn vader werd boos en gaf hem een klap op zijn wang en bracht hem vervolgens bij zijn moeder en vertelde haar het verhaal. Zijn moeder zei: ‘Laat hem met rust. Toen hij geboren werd kwam er een stem uit het niets: ‘O dienares van Allah, neem het goeie nieuws over deze bevrijdde jongen, zijn naam is in de hemel Siddique en hij is metgezel en vriend van Mohammad.’’ Sindsdien heeft niemand Hazrat Aboe bakr as Siddique gedwongen naar het beeldenhuis te gaan. Deze hadith heeft Hazrat Aboe Bakr Siddique zelf verteld in het bijzijn van Hazrat Aboe Hoerairah. Hazrat Aboe Hoerairah vertelde dat toen Hazrat Aboe Bakr klaar was met het vertellen, kwam Hazrat Djiebriel alaihissalaam en zei: ‘Aboe Bakr heeft de waarheid gesproken en hij is de Siddique.’
Volgens Ibn Yahyaa رضی اللہ تعالٰی عنہ heeft Sayyidoena Hazrat Ali رضی اللہ تعالٰی عنہ meerdere malen terwijl hij op de mimber stond gezegd: ‘Allah tabaraka wa taála heeft via zijn Geliefde Boodschapper ﷺ Hazrat Aboe Bakr رضی اللہ تعالٰی عنہ als ‘Siddique’ benoemd.’
Over zijn bijnaam ‘Ateeq’ zijn er ook verschillende ahaadith, waaronder deze vermeld door Hazrat Aaïsha رضی اللہ تعالٰی عنہا, zij zegt: “Op een dag toen de Boodschapper van Allah met een paar metgezellen رضی اللہ تعالٰی عنہم zat, kwam Hazrat Aboe Bakr Radieyallahoe anhoe. Toen de Boodschapper van Allah Hazrat Aboe Bakr رضی اللہ تعالٰی عنہ zag, zei hij tegen de metgezellen: ‘Degene die een persoon wilt zien die van de hel is vrijgesteld, kijk dan naar Aboe bakr.’, Sindsdien is Hazrat Aboe Bakr رضی اللہ تعالٰی عنہ bekend als al-Ateeq (de bevrijdde of vrijgestelde).”
Sayyidoena Aboe Bakr Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ had heel veel liefde voor de Islam en de Boodschapper van Allah. Na het accepteren van de Islam heeft hij in alle slagvelden deelgenomen zowel fysiek als financieel en hij was erg vrijgevig. Op het moment dat Hazrat Aboe Bakr Siddique de Islam accepteerde, was hij eigenaar van 40 duizend dirham en op het moment dat hij samen met de Boodschapper van Allah ﷺ naar Madinah Moenawwarah emigreerde, had hij maar 5 duizend dirham over. De rest (35000) had hij uitgegeven voor de hulp aan de Islam en het bevrijden van slaven.
Sayyidoena Hazrat Oemar رضی اللہ تعالٰی عنہ vermeldt: “De Boodschapper van Allah had ons opgedragen om wat te doneren in de weg van Allah Soebhanahoe wa taála. Ik had dit keer voorgenomen om meer dan Hazrat Aboe Bakr Siddque te doneren. Ik kwam dus met de helft van al mijn bezittingen bij de Boodschapper van Allah. De leider der werelden vroeg aan mij: ‘O Oemar wat heb je voor je gezin achtergelaten?’ Ik antwoordde: ‘O Boodschapper van Allah, ik heb voor hen de helft achter gelaten.’ Vervolgens kwam Hazrat Aboe Bakr met zijn bezittingen. De Boodschapper van Allah vroeg aan hem: ‘O Aboe Bakr, wat heb je voor je gezin achtergelaten?’ Hazrat Aboe Bakr antwoordde: ‘Voor hen zijn Allah tabaraka wa taála en zijn Boodschapper genoeg.’ Die dag heb ik begrepen dat ik nergens in beter dan Hazrat Aboe Bakr as Siddique kan zijn.”
Hazrat Aboe Bakr as Siddique is de meest verheven metgezel van de Boodschapper van Allah ﷺ. Sinds het accepteren van de Islam tot het heengaan van de Boodschapper van Allah ﷺ, is hij altijd met de Geliefde Profeet van Allah geweest. Zelfs toen de Boodschapper van Allah ﷺ van Makkah-tul-Mukarramah naar Madinah-tul-Munawwarah emigreerde, is Sayyidoena Aboe Bakr Siddique meegegaan. En het was tijdens deze reis dat de Boodschapper van Allah en Hazrat Aboe Bakr Siddique zich in de grot ‘Soor’ moesten schuilhouden. Sayyidoena Aboe Bakr heeft de Boodschapper van Allah ﷺ op zijn schouder en op zijn tenen lopend naar deze grot gedragen, om geen sporen achter te laten. Toen ze bij de ingang van de grot waren, is Hazrat Aboe Bakr Siddque als eerste de donkeren grot binnengetreden, vervolgens heeft hij de vloer geveegd en alle gaatjes in de grot met stukken van zijn deken (sjaal) dicht gemaakt. Één gat bleef over waarin hij zijn grote teen heeft gestopt. Hij is zodanig gaan zitten dat één been op de grond lag en één omhoog tegen de muur, waarvan de grote teen in de gat zat. Vervolgens verzocht hij de Boodschapper van Allah ﷺ binnen te treden. Hij legde het hoofd van de Geliefde Profeet op zijn been die op de grond lag en liet hem slapen. De gaten in de grot waren gaten van slangen. De slang die in het gat, waar de grote teen van Hazrat Aboe Bakr zat, beet meerdere malen in zijn teen, maar hij haalde zijn teen niet weg. Even later begon het gif te werken en Hazrat Aboe Bakr kreeg tranen in zijn ogen van de pijn. Eén traan viel op de gezegende wang van de Profeet ﷺ waardoor Hij wakker werd en zag dat Aboe Bakr aan het huilen was. De Boodschapper van Allah ﷺ vroeg wat er aan de hand was. Hazrat Aboe Bakr vertelde dat een slang hem meerdere malen gebeten had. De Boodschapper van Allah ﷺ smeerde zijn gezegende speeksel op de teen van Hazrat Aboe Bakr رضی اللہ تعالٰی عنہ en het effect van het gif was weg.
Allah tabaraka wa taála heeft dit moment (verblijf) van de grot in de heilige Qurán in de 40e vers van Surah at-Tauba bevestigd en tot de dag des Oordeels vast gelegd.
ثَانِيَ اثْنَيْنِ إِذْ هُمَا فِي الْغَارِ إِذْ يَقُولُ لِصَاحِبِهِ لَا تَحْزَنْ إِنَّ اللَّهَ مَعَنَا
(Surah At Tauba 40)
‘toen ze met z’n tweeën in de grot waren, en toen hij tegen zijn metgezel zei: 'Wees niet droevig, Allah is ongetwijfeld met ons' ’
In deze vers is er ook een bevestiging dat Sayyidoena Hazrat Aboe Bakr Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ de metgezel van de Boodschapper van Allah is. Degene die ontkent dat Hazrat Aboe Bakr رضی اللہ تعالٰی عنہ een metgezel van de Geliefde Profeet is, ontkent dus ook deze vers van de heilige Qurán, wat hem zijn iemaan (geloof) zal kosten.
En volgens de geleerden is het deze nacht (in de grot) waarover de Boodschapper heeft gezegd dat de zegeningen van Aboe Bakr Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ van één nacht gelijk is aan alle zegeningen van Sayyidoena Hazrat Oemar ibn al-Khattaab رضی اللہ تعالٰی عنہ.
Het is de plicht van elke Moeslim om van Sayyidoena Aboe Bakr As Siddique al Ateeq رضی اللہ تعالٰی عنہ te houden en hem dankbaar te zijn, zoals de Boodschapper van Allah ons ook heeft opgedragen in een hadith vermeldt door Ibn Asaakir:
عن أنس رضي الله عنه قال: قال رسول الله ﷺ "حُبُّ أبِي بَكْرٍ وَشُكْرُهُ وَاجِبٌ عَلَى كُلِّ أُمَّتِي".
Overgeleverd door Hazrat Anas ibn Maalik رضی اللہ تعالٰی عنہ, hij zei: de Boodschapper van Allah zei: “De liefde voor Aboe Bakr en hem dankbaar zijn is verplicht op elk van mijn oemmat (volgelingen).”
In zijn laatste dagen op deze vergankelijke wereld was Hazrat Aboe Bakr ziek. Op de laatste dag vroeg hij aan Oemmoel Moe’minien Hazrate Aaïsha رضی اللہ تعالٰی عنها welke dag het was. Zij antwoordde: “Het is vandaag maandag.” Hij vroeg weer: “Welke dag was de Boodschapper van Allah heengegaan?” Hazrate Aaïsha Siddiqah رضی اللہ تعالٰی عنها antwoordde : “De boodschapper van Allah was op een maandag heengegaan.” Hazrat Aboe Bakr zei dan: “Dan verwacht ik dat ik tussen nu en de avond zal overlijden.” (Moesnad Imam Ahmad).
Tijdens zijn ziekte had Hazrat Aboe Bakr as Siddique رضی اللہ تعالٰی عنہ zijn testament laten opstellen waarin hij zei: “Als ik kom te overlijden en jullie zijn klaar met mijn ghoesl en kafan, draag mij dan naar de deur van het huis waar de Boodschapper van Allah aan het rusten is, leg mij dan bij de deur en zeg: ‘Assalamoe alaikoem O Boodschapper van Allah, hier is Aboe Bakr, hij vraagt toestemming om naast U begraven te worden!’, en als jullie toestemming krijgen en de deur open gaat, breng mij dan naar binnen en begraaf mij bij de Boodschapper van Allah en als er geen toestemming komt breng mij dan naar de (djannatoel)Baqie en begraaf mij daar.”
En zo werd er ook gedaan, na het vragen van de toestemming, viel het slot van de deur en de deur ging open. Vervolgens zei een stem: “Laat de geliefde zijn geliefde ontmoeten, de geliefde verlangt naar ontmoeting met zijn geliefde.”
Hazrat Sayyidoena Aboe Bakr as Siddique al Ateeq رضی اللہ تعالٰی عنہ heeft op de 22e van de Djamadie-oel-Aakhir in het 13e jaar na hidjrat, de aardse wereld verlaten.
test123