De Slavin van de dochter van de Farao

Overgeleverd door Ibne Abbaas رضی اللہ تعالٰی عنهما, hij zei dat de Boodschapper van Allah (صلى الله عليه وسلم) zei: “Op de nacht waarin mij op de hemelreis werd meegenomen, kwam er op mij een reine geur. Dus ik zei: “O Djibriel, wat is deze reine geur”

Hij zei: ‘Dit is de geur van de haarkammer van de dochter van Firaun (Farao).’

De Boodschapper van Allah zei: “Ik vroeg, hoe heeft zij deze status bereikt?”

Djibriel (عليه السلام) antwoordde: “Op een dag toen zij de haren van de dochter van Firaun aan het kammen was, viel de kam uit haar handen.  Tijdens het oprapen van de kam zei ze :

بِسْمِ اللَّهِ" “

(Met de naam van Allah).

De dochter van Firaun vroeg: “mijn vader?”

Zij zei: ”nee, maar mijn Heer en de Heer van jou vader, Allah”, de dochter zei: “zal ik het aan mijn vader vertellen?” ,  Ze zei: “Ja”, vervolgens vertelde de dochter het aan haar vader. De Farao liet haar roepen en vroeg aan haar: “heb jij een andere Heer behalve mij?”

Ze zei: “ja, mijn Heer en jouw Heer is Allah”.

Firaun gaf opdracht om in een grote koperen ketel water te koken, toen het water zijn kookpunt bereikte gaf hij opdracht om de slavin en haar kinderen erin te gooien.

De slavin zei tegen Firaun:”Ik heb een wens aan jou”, hij vroeg: ”wat is jouw wens?”

Ze zei: ”Ik wens dat mijn botten en die van mijn kinderen in één kleding verzameld en begraven worden.”. Firaun zei: “Dat ben ik jou verschuldigd”(voor haar diensten).

 Djibriel zei: vervolgens gaf hij opdracht om haar kinderen in de ketel te gooien. Dus ze werden één voor één voor haar ogen erin gegooid, totdat het de beurt was van haar zoon die een zuigeling was.

De zoon voelde alsof zijn moeder aarzelde, in angst over de lot van haar zoon. Vervolgens zei de zoon(zuigeling): “O moeder, spring, de azaab(straf) van deze wereld is veel lichter dan die van de Aakhirat(hiernamaals)”, toen sprong ze in de ketel.”

Hazrat Ibn Abbaas Radyieallahoe anhoema zei: “Er hebben maar vier kinderen als zuigeling gesproken, Isa ibn Mariam عليهما السلام, de getuige van  Djoeraidj, de getuige van Yoesoef عليه السلام, en de zoon van de slavin van de dochter van Firaun.”

Ps.  Djoeraidj was een vrome man uit het volk Israël, die onterecht beschuldigd werd de vader te zijn van een baby van een onwelvoeglijke vrouw. Djoeraidj vroeg aan de baby: “O jongen wie is jouw vader”, de baby antwoordde: “de herder”. (Bukhari)