De zegeningen en beloningen voor het vasten zijn ook onvoorstelbaar. De Boodschapper van Allah ﷺ zei: “Elke (goede) daad van de kinderen van Adam (alaihis salaam)  wordt 10 tot 700 keer meer beloond, Allah tabaraka wa taála zei: ‘Behalve het vasten, die is voor mij en ik zal dat belonen.’”

Uiteraard zijn alle aanbiddingen voor Allah tabaraka wa taála, maar wat in deze hadith wordt bedoeld, is dat Allah tabaraka wa taála de (goede) daden van de Moslim 10 tot 700 keer meer - afhankelijk van de intentie, inzet en oprechtheid van de dader - beloont. Hoe oprechter, hoe meer de beloning. Echter, voor het vasten is dit niet het geval. Voor het vasten wordt er niet naar de intentie en oprechtheid gekeken, omdat het vasten alleen en alleen voor Allah verricht wordt. De vastende persoon blijft dorstig en hongerig vanaf de schemering tot zonsondergang. In deze tijd krijgt hij genoeg gelegenheden waarin hij alleen is, waarin niemand hem ziet; hij heeft de mogelijkheid om iets te eten of te drinken zonder dat iemand het ziet of erachter komt, maar hij doet het niet, omdat hij weet dat Allah tabaraka wa taála hem ziet. Hij vast dus alleen voor Allah tabaraka wa taála en voor niemand anders. In tegenstelling tot andere aanbiddingen zoals het gebed, hadj en zakaat, die men zou kunnen verrichten om het aan anderen te laten zien.

Op de dag des Oordeels zal een vastende persoon gebracht worden. Deze man zal schuldig zijn voor het niet nakomen van zijn plichten aan anderen. De schuldeisers zullen komen en hun schulden opeisen. Met de zegeningen van zijn goede daden zullen zijn schulden afgelost worden, zelfs de zegeningen van zijn gebeden, hadj en zakaat totdat er alleen de zegeningen van het vasten overblijven. Maar de schulden zijn nog niet afgelost. Allah tabaraka wa taála zal dan zeggen: ‘Deze (het vasten) niet, deze zijn voor mij, de zegeningen van het vasten zal aan niemand gegeven worden.’ Allah tabaraka wa taála zal dan zijn overige schulden aflossen en hem in ruil voor het vasten het Paradijs schenken.

De Boodschapper van Allah zei: “Er is in het Paradijs een deur die Ar-Rayyaan heet. De mensen die vasten, zullen op de dag des Oordeels door deze deur het Paradijs betreden, niemand anders zal via deze deur betreden. Er zal geroepen worden ‘waar zijn degenen die gingen vasten?’ Ze zullen opstaan en niemand behalve zij zullen door die deur het Paradijs betreden. En als ze het betreden hebben, zal de deur gesloten worden en niemand zal het betreden.”

De ahaadith over de zegeningen van het vasten zijn te veel om ze hier op te noemen.

Het vasten heeft echter niet alleen met niet eten en drinken te maken, maar de vastende hoort zich van alle zonden en vooral van liegen, roddelen en schelden te onthouden en de dag en avond in aanbidding van Allah tabaraka wa taála door te brengen. De Boodschapper van Allah ﷺ zei: “Degene die leugens en het praktiseren daarop en slechte daden niet opgeeft, dan maakt het Allahعَزَّ وجَلَّ  niet uit of hij zijn eten en drinken heeft gelaten.” (m.a.w. Allahعَزَّ وجَلَّ  zal zijn vasten niet accepteren).

Enkele zaken die het vasten verbreken               

·         Het bewust eten, drinken of roken (sigaret, huqqa, shisha) tussen de ochtendschemering en zonsondergang. (Als dit gebeurt omdat men vergeten is dat hij aan het vasten was, moet men doorgaan met vasten, het vasten is in dit geval nog geldig).

·         Wanneer iemand iets per ongeluk eet verbreekt het vasten ook; dus in het geval dat hij ervan bewust was dat hij aan het vasten was. Bijv. iemand gooit een erwt naar hem toe en hij vangt het op met zijn mond en slikt het per ongeluk door. Of tijdens het zwemmen wordt er water doorgeslikt.

·         Het opzettelijk een volle mond braken; als het minder dan volle mond is, dan is het vasten niet verbroken.

·         Bij onopzettelijk een volle mond overgeven is het vasten pas verbroken als een korrel zo groot als een erwt terug wordt ingeslikt.

·         Bij een bevalling of wanneer de menstruatie zich voordoet tussen de ochtendschemering en zonsondergang.

·         Tijdelijk verlies van bewustzijn.

·         Het hebben van geslachtsgemeenschap tussen ochtendschemering en zonsondergang.

·         Het gebruiken van neusdruppels.

·         Het gebruik van inhalatoren.

·         Het inhaleren van of snuiven van het rook van wierook verbreekt het vasten als je het met opzet doet.

Door onderstaande handelingen verbreekt het vasten niet.

·         Bloeden van het tandvlees verbreekt het vasten niet, tenzij je de smaak van het bloed in je keel proeft.

·         Bloedtest (bloedprikken).

·         Oogdruppels gebruiken tijdens het vasten.

·         Het gebruiken van lippenstift en lippenbalsem verbreekt het vasten niet, maar als iemand de gewoonte heeft om aan zijn/haar lippen te likken dan is het voor die persoon niet toegestaan.

N.B.: Door onbewust te eten tijdens het vasten, verbreekt men het vasten niet. Een overlevering vertelt dat de Boodschapper van Allah zei: “Indien één van jullie vergeet (dat hij aan het vasten is); en hij eet of hij drinkt, dan completeert hij zijn vasten, want Allah heeft hem gevoed en te drinken gegeven.”

(Hadith, Al-Boekharie en Moesliem)

Sahrie en Iftaar

De Sahrie (het ontbijt) en de Iftaar (de maaltijd waarmee het vasten beëindigd wordt) zijn ook bijzonder en gezegend. De boodschapper van Allah ﷺ zei: “Het verschil tussen onze vasten en het vasten van de Joden en Christenen is het eten van de Sahrie.”

Veel mensen vinden het lastig om voor de Sahrie wakker te worden en vooral in deze dagen wanneer de nacht heel kort is. Maar de Boodschapper van Allah ﷺ heeft het wakker worden en het eten van de Sahrie aangeraden; hij zei: “Eet de soehoer, want er is daarin barkat (zegeningen).”

Ook in de Iftaar zijn er zegeningen en met name als deze met een dadel gedaan wordt. De Boodschapper van Allah ﷺ zei: “Als jullie Iftaar doen, doe het dan met dadels, want daar zit zegeningen in en als iemand geen dadels ter beschikking heeft doe de iftaar dan met water, want dat is rein.”

Tijdens de Iftaar leest men de volgende doea:

اللٰهُمَّ إنِّى لَكَ صُمْتُ وَبِكَ آمَنْتُ وعَلَيْكَ تَوَكَّلْتُ وَعَلٰى رِزْقِكَ أَفْطَرْتُ فَتَقَبَّل مِنِّی