De maand van Ramadaan

De maand van Ramadaan

Deel 1 - De verplichting van het vasten

De maand van Ramadaan is de negende maand van het Islamitische jaar. Volgens vele groot geleerden is de naam afkomstig van het woord ar-ramd, wat erge hitte betekent. De Boodschapper van Allah zei: ”Ramadaan wordt Ramadaan genoemd omdat Ramadaan de zonden verbrandt.” Een andere verklaring van de moefassirien is dat Ramadaan een naam van Allah tabaraka wa taála is en omdat in deze maand Allah tabaraka wa taála dag en nacht aanbeden wordt, wordt deze maand de maand van Allah genoemd. Daarom heeft de Boodschapper van Allah gezegd: “Zeg niet dat Ramadaan is gekomen en Ramadaan is gegaan, maar zeg: ‘de maand (van) Ramadaan is gekomen en gegaan.’” Allah tabaraka wa taála noemt het in de Qurán ook شَهْرُ رَمَضَانَ (de maand van Ramadaan).

De maand Ramadaan is een bijzondere en zegenvolle maand voor moslims, overal in de wereld. Het is de maand waarin de eerste openbaringen van de Heilige Qurán op de Boodschapper van Allah plaatsvonden:

(شَهْرُ رَمَضَانَ الَّذِي أُنْزِلَ فِيهِ الْقُرْآنُ  ).

Volgens de overleveringen zijn de eerste verzen van de heilige Qurán op de 17e; en volgens sommige overleveringen op de 24e van de maand Ramadaan geopenbaard. En ook de voorgaande heilige geschriften zijn in deze heilige maand geopenbaard. De Boodschapper van Allah zei: “De geschriften van Ibrahiem alaihis salaam zijn op de eerste nacht van de maand Ramadaan geopenbaard; de Tauraah werd op de 6e van de maand Ramadaan geopenbaard; Indjiel werd op de 13e van de maand Ramadaan geopenbaard; Zaboer werd op de 18e van de maand Ramadaan geopenbaard en de Qurán werd op de 24e van de maand Ramadaan geopenbaard.” Daarnaast liet Djiebriel alaihis salaam elk jaar in de maand Ramadaan de volledige Qurán (wat tot die tijd al geopenbaard was) aan de Boodschapper van Allah horen. De zegeningen van deze maand zijn ongekend. Hazrat Salmaan Faarsie zei: ”De Boodschapper van Allah sprak ons toe op de laatste dagen van Shabaan en zei: ’O Mensen, er is op jullie een grootse maand aangekomen, een gezegende maand, een maand waarin een nacht is die beter dan 1000 maanden is. Allah tabaraka wa taála heeft het vasten in deze maand verplicht gesteld en aanbidding in de nachten ervan nafl (vrijwillig). Degene die hierin een vrijwillige goede daad (nafl) verricht, zal beloond worden alsof hij een verplichte daad (Farz) heeft uitgevoerd in een andere maand; en degene die een Farz uitvoert zal beloond worden alsof hij 70 verplichte daden heeft uitgevoerd. En het is de maand van geduld (sabr) en de beloning voor geduld is het Paradijs. En het is een maand van sympathie en een maand waarin de voedselvoorzieningen van de gelovige worden vermeerderd. Degene die in deze maand iemand (die vast) iftaar laat doen, zijn zonden zullen vergeven worden en hij zal van het vuur bevrijd worden en hij zal net zoveel zegeningen krijgen als de persoon die vastte, zonder dat de zegeningen van de andere in mindering worden gebracht.’ Wij (de metgezellen) zeiden: ‘O Profeet van Allah, niet elk van ons heeft zoveel dat hij iemand iftaar kan laten doen.’  De Profeet  zei: ‘Allah tabaraka wa taála geeft deze zegeningen aan degene die iemand (die vast) iftaar laat doen met een slokje melk of een dadel of een slokje water. En degene die iemand volledig laat eten (tot zijn buik vol is), Allah tabaraka wa taála zal hem uit mijn rivier (al-Kauthar) laten drinken; hij zal nooit meer dorst krijgen, totdat hij het Paradijs betreedt. En het is een maand waarvan de eerste tien dagen genade van Allah (rahmat), en de middelste tien dagen vergeving (maghfirat), en de laatste tien dagen bevrijding van het vuur zijn.’”

Het is een maand waarin mensen extra verdraagzaam, toeschietelijk en vrijgevig zijn. Een maand waarin de eenheid en saamhorigheid van de mensheid centraal staan. In veel Islamitische landen, maar ook in Nederland is het gebruikelijk om in deze periode de familie- en vriendschapsbanden extra aan te trekken. Elkaar uitnodigen, bezoeken en samen het vasten verbreken hoort hierbij. De behoeftigen voeden en kleden gebeurt frequenter in deze maand. Bovenal is de maand Ramadaan een periode om de gunsten van Allah te waarderen; de waarde van het voedsel te leren kennen en aan Hem dankbaarheid te tonen.

 

Het vasten

Wat de maand Ramadaan bijzonder maakt onder alle maanden, naast het feit dat dit de maand van openbaring van de Qurán is, is dat Allah tabaraka wa taála het vasten in deze maand aan de gelovigen heeft voorgeschreven:

(فَمَنْ شَهِدَ مِنْكُمُ الشَّهْرَ فَلْيَصُمْهُ وَمَنْ كَانَ مَرِيضًا أَوْ عَلَىٰ سَفَرٍ فَعِدَّةٌ مِنْ أَيَّامٍ أُخَر)

degene die deze maand beleeft, laat hem daarin vasten, En wie ziek is of op reis is, kan de periode in andere dagen voltooien.

Het vasten in deze maand is dus verplicht op alle volwassen moslims; die geestelijk en lichamelijk gezond zijn en niet op reis zijn.

Met ziek zijn wordt er bedoeld dat men zo ziek is, dat door het vasten de ziekte erger wordt of dat er levensgevaar ontstaat. In dat geval moet men het vasten inhalen op een andere dag. Als men zodanig ziek is dat men nooit meer kan vasten, dan moet men Fidya geven. Fidya houdt in dat als men nooit meer kan vasten wegens ziekte of ouderdom, dan moet men voor elke dag dat hij moet vasten een arme 2 maaltijden geven (of het bedrag daarvan). Veel mensen denken, vooral veel suikerpatiënten, dat als ze in de zomerdagen niet kunnen vasten dat ze dan Fidya kunnen geven, maar dat is niet zo. Als een zieke in de maand Ramadaan niet kan vasten omdat de dagen te lang zijn, is hij/zij verplicht om het in de wintermaanden, wanneer de dagen heel kort zijn, te vasten. Als het vasten in de korte winterdagen ook niet mogelijk is en dat zal zijn/haar hele leven zo blijven, dan pas mag men Fidya geven.

Ook als je op reis bent, ben je niet verplicht in die dagen te vasten, maar als je toch vast dan is je vasten wel geldig en dat is ook beter voor jou, zoals Allah tabaraka wa taála vermeldt:

وَأَنْ تَصُومُوا خَيْرٌ لَكُمْ إِنْ كُنْتُمْ تَعْلَمُون

‘En het vasten is beter voor jou’

(Al– Baqarah 184)

 

Als men het vasten mist door ziekte of omdat men op reis is, dient men het vasten op andere dagen in te halen.

 

Het vasten is naast de getuigenis; het gebed; de Hadj (bedevaart) en de zakaat (armenbelasting), één van de vijf zuilen van de islam.

Het woord as-saum in het Nederlands vertaald naar het vasten betekent in het Arabisch “zich onthouden van…”. In het geloof (Islam) betekent het “het met de intentie van aanbidding (ibaadat) van Allah tabaraka wa taála zich onthouden van eten, drinken en geslachtsgemeenschap; vanaf het aanbreken van de dageraad (begintijd van het Fadjr gebed) tot het ondergaan van de zon.”

 

De intentie (nieyyat) is dus ook verplicht; zonder intentie is het vasten niet geldig. De intentie voor het vasten in de maand Ramadaan en overige nafl en waajib (met vastgestelde dag) vasten kan vanaf zonsondergang tot de Zahwa e Kubra gedaan worden, maar het is beter de intentie ‘s avonds al te doen. De intentie voor het vasten vóór Zahwa e Kubra is bijvoorbeeld in het geval dat iemand zodanig ziek was  dat hij de volgende dag niet zou kunnen vasten en daardoor ‘s avonds niet de intentie heeft gedaan om de volgende dag te vasten, maar overdag voor Zahwa e Kubra weer beter wordt en hij/zij sinds het aanbreken van de dageraad niets heeft gegeten of niets heeft verricht waardoor het vasten verbreekt; dan kan hij/zij alsnog de intentie doen voor het vasten. Hetzelfde geldt voor een reiziger die overdag voor Zahwa e Kubra in zijn woonplaats aankomt.

Voor alle overige vasten inclusief de qaza van de maand Ramadaan moet de intentie tussen zonsondergang en het aanbreken van de dageraad gedaan worden.  

De intentie is een voornemen in het hart en het is niet verplicht het mondeling te zeggen, maar als je dat doet dan is het beter. Als een persoon dus voor sehrie opstaat, dan is dat al een intentie, tenzij hij expliciet de intentie heeft om niet te vasten.

De intentie kan als volgt gedaan worden:

Als men ‘s avonds de intentie doet leest men:

نَوَيْتُ اَنْ اَصُوْمَ غَداً للہ تَعالیٰ مِنْ فَرْضِ رَمَضانَ ھٰذا

Ik neem de intentie om morgen de fard van deze Ramadaan te vasten voor Allah de Verhevene.

Als men overdag vóór de Zahwa e Kubra  de intentie doet leest men:

نَوَيْتُ اَنْ اَصُوْمَ ھٰذا الیَوْمَ للہِ تَعالیٰ مِنْ فَرْضِ رَمَضانَ ھٰذا

Ik neem de intentie om deze dag de fard van deze Ramadaan te vasten voor Allah de Verhevene.

Maar de intentie kan uiteraard in elke andere taal, in je eigen woorden gedaan worden.

 

Lees verder in:

Deel 2 - De zegeningen van het vasten/De Sahrie en de Iftaar


Dit artikel is 48 keer bezocht